MIG/MAG lasmethode
De letters MIG zijn een afkorting voor het Engelse 'Metal Inert Gas' (welding). Dat houdt in dat het metaal zolang het in de vloeistof toestand is, bescherm wordt door een inert gas. Het gas mag de las niet nadelig beïnvloeden, daarom wordt een inert gas gebruikt. De term 'Inert' houdt in, dat het gas niet reageert met andere stoffen. Bij MIG lassen wordt vaak gebruik gemaakt van argon gas of menggas. Menggas is een mengsel van gassen, bijvoorbeeld argon en CO². Bij de keuze voor menggas spreken we van de MAG lasmethode.
Wanneer op dezelfde manier wordt gewerkt, maar een gas wordt gebruikt dat wel reageert met andere stoffen, dan wordt de 'Metal Active Gas' lasmethode toegepast, wat afgekort wordt naar MAG-lassen. Het proces is in grote lijnen het zelfde als bij MIG lassen, alleen de werking van het beschermgas is anders en dus moeten de te lassen metalen geschikt zijn voor dit proces. Er kan bijvoorbeeld met CO² beschermgas worden gelast. Voor de leesbaarheid wordt doorgaans de term vereenvoudigd naar MIG-lassen. Voor een lasapparaat is er geen onderscheid, alleen voor het toegepaste beschermgas en het te lassen metaal en toevoegmateriaal.
Bij MIG lassen wordt er, net zoals bij MMA lassen, een kortsluiting gemaakt waarbij een hoge stroomsterkte zorgt voor een vlamboog waardoor het metaal smelt. Wanneer de stroomsterkte (lasstroom) hoger wordt, verandert de kortsluitboog in een sproeiboog. Bij een sproeiboog wordt er geen directe kortsluiting meer gemaakt, maar wordt het toevoegmateriaal in druppelvorm overgebracht. Behalve sproeiboog wordt ook de aanduiding 'open boog' gebruikt. Vanwege de hogere lasstroom kan een sproeiboog alleen toegepast worden bij dikkere materialen.
Om toch dunner materiaal te kunnen lassen met de voordelen van een sproeiboog, wordt de MIG Pulse technologie toegepast. Hierbij wordt een lage lasstroom afgewisseld met een hoge lasstroom, zodat kortsluiting en spatten voorkomen worden en de las stabieler blijft, terwijl de warmte inbreng lager kan blijven. In het bijzonder voor roestvaststaal en aluminium geeft deze techniek veel meer mogelijkheden.
Bij MIG lassen zijn boogspanning, lasstroom, draadsnelheid, lasdraaddiameter en uitsteeklengte factoren die moeten worden afgestemd met het te lassen materiaal. Bij een handmatige instelling moet de bediener al deze factoren op elkaar afstemmen. Als een lasapparaat is voorzien van een synergische instelling, dan gaat de machine uit van de optimale instellingen wat het bedienen sterk vereenvoudigt. In principe kan de machine dan door slechts 1 knop worden bediend. Doorgaans kunnen deze instellingen wel (beperkt) bijgesteld worden.